Ze houdt
de vis in de lucht, pakt met haar andere hand de schaar en knipt hem zonder
moeite open. Vervolgens maakt zij de rest van de vis vluchtig schoon. De keuze
is groot, hoewel ik geen enkele vis in mijn koffer mee kan nemen struin ik met
mijn neus langs de kraampjes. Ik snuif de lucht op van verse vis die mij doet
denken aan mijn werk als natuurgids op het strand. Wanneer ik in een waadpak
met een sleepnet uit zee kom, staan de kinderen vaak te trappelen van ongeduld.
Verwachtingsvol kijken ze dan naar het net waar wat zielige sprotjes in
spartelen. ‘WE HEBBEN VISSEN GEVANGEN JUF!’
Ik struin verder langs de kramen.
Dames in witte schorten doen hun best hun vangst te verkopen, terwijl oma in de
hoek van de kraam, met een hoofddoekje in een stoeltje de boel zit te
observeren. De vangst ligt trots uitgestald op bergen ijsklontjes. Alles wordt
netjes gewogen, schoongemaakt en ingepakt.
In de
hoek van de markthal valt mijn oog plots op een oudere man. Hij draagt een spijkerjasje
en een bruine hoed. De man staart wat dromerig voor zich uit. Naast hem op
tafel staat een slijpsteen te wachten op botte messen en scharen. Het valt mij
op dat alle gezichten achter de kramen van oudere mensen zijn, die met trots hun
producten verkopen. De aller-oudste zitten langs de buitenranden van de
markthal op plastic stoeltjes toe te kijken hoe toeristen zich vermaken met het
proeven van likeurtjes, en het kopen van souvenirs.

Vluchtig
wandel ik langs de kramen met stoffen, waar
je uitgebreid keuze hebt uit tafellakens, theedoeken en keukenschorten. Snel
vlucht ik een winkeltje in met handgeschilderd aarde werk. Grappig dat de
volgende drie winkeltjes bijna exact hetzelfde verkopen. Ik kijk mijn ogen uit,
schalen in de mooiste kleuren met allerlei motieven. ‘Niets kopen Tessa,’ hoor
ik mijn moeder zeggen. Mijn gedachten
vullen het aan met het feit dat je tegenwoordig zulke schalen voor een
habbekrats bij de Xenos kan kopen. Ik bedank het oude vrouwtje achter de
toonbank en beland terug in de chaos van de markthal, waar de lokale bevolking
in een te klein kroegje op de hoek zich vol drinkt.
Toch geef
ook ik, nuchtere Hollandse een paar centen uit aan wat cadeautjes voor thuis.
Omdat de prijzen bij veel kraampjes het zelfde zijn, kies ik ervoor om mijn
product te kopen bij de Portugees die mij het meest aanspreekt. Het wordt –
wederom – een oud vrouwtje. Ik communiceer op mijn beste Spaans met haar, en ze
begint uit te leggen wat er allemaal in haar lekkernijen voor ingrediënten
zitten.
‘Quiero esto.’ Zeg ik met een glimlach.
‘Kwanto?’ Lacht het vrouwtje terug.
‘Dos.
Uno parra mi amigo y uno parra mi papa.’
Ik reken
af met het vrouwtje, en ze drukt nog iets zoets in mijn handen. Deze is voor
jou, vijg met sinaasappel in chocolade benadrukt ze. Ik bedank haar en verlaat
stilletjes de markt.
Labels: reizen